Politieke partijen zijn onmisbaar (2)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

GeenCommentaar heeft altijd ruimte voor interessante gastloggers, deze maal voor David Rietveld. Het is een reactie op de laatste bijdrage van Reinder Rustema, waarin hij inging op een vorig artikel van David. Dat kon hij natuurlijk niet op zich laten zitten…

Bijlezen? Lees hier het eerste artikel van Rustema, hier het antwoord daarop van David, en hier de verdediging van Reinder Rustema.

David Rietveld (Foto met toestemming)Hebben politieke partijen nu wel of geen toekomst? Een tijdje terug betoogde ik – onder andere op deze plek – samen met Arno Bonte van wel. Reinder Rustema persisteerde in zijn mening dat er geen toekomst was voor deze archaïsche organisatievorm. Hij verpakte zijn beweringen in stevige taal. Daarom eerst maar even wat misverstanden uit de weg ruimen, voordat ik nog eens in ga op de centrale vraag of politieke partijen nu wel of geen toekomst hebben.

Ons stuk was in eerste instantie een reactie op het ontstaan van ‘bewegingen’ als alternatief voor partijen. Rustema maakt hiervan dat we ‘nieuwe ontwikkelingen’ niet willen zien, of zelfs ontkennen. Wij zijn – als ‘partijleden van de linkse partijen’ – bezig met een achterhoedegevecht. Zo zie ik het natuurlijk niet. Ik neem de nieuwe ontwikkelingen wel degelijk waar, en kom na zorgvuldige analyse tot de conclusie dat ze ongewenst zijn. Wat dat betreft komen we misschien niet verder dan de droge constatering dat we het oneens zijn.

Tweede punt betreft de subsidiëring. Net als de financiële tegemoetkoming voor volksvertegenwoordigers is die wat mij betreft te laag. In beide gevallen geldt dat een pleidooi voor verhoging nu eens niet in termen van ‘monumentenzorg’ of zakkenvullerij moeten worden gezien, maar tegen de achtergrond van hun maatschappelijke functie. Het is in die zin logisch dat Rustema dit voorstel niet steunt, want hij ontkent de maatschappelijke functie van politieke partijen.

Verder ziet Rustema een dreigement dat er niet is. Wilders en Verdonk worden opgeroepen om zich in te zetten voor een partijorganisatie, wetenschappelijk bureau en kaderopleidingen. Op dit moment doen ze dat niet. Dat is jammer, want uiteindelijk kunnen ze het niet alleen of met een handjevol mensen blijven doen. Ook onze verwijzing naar de LPF wordt verkeerd opgepakt. We verwijzen namelijk naar een stuk dat we 6 jaar geleden schreven, in november van 2001. Fortuyn zat toen nog bij Leefbaar Nederland, maar desondanks vermoedden wij dat een partij die in één keer zo groot zou worden het lastig zou krijgen. Uiteindelijk is dat bewaarheid. Ook zonder de tragische moord op Fortuyn zou die opgave niet minder lastig zijn geweest, zeker als we de karakters van sommige LPF-parlementariërs nog even in gedachten roepen.

Dan komt het meest merkwaardige gedeelte uit het stuk van Rustema. Hij houdt een heel betoog waarin enerzijds wordt vermeld dat ook 150 individuen in staat zijn om compromissen te sluiten, en wat anderzijds de perversiteit van compromissen blootlegt. Vooronderstelling is dat individuen zich niet of nauwelijks zullen laten verleiden tot een perverse uitruil van standpunten, terwijl politieke partijen dat aan de lopende band doen. Dat is natuurlijk onzin.

Het werpt wel licht op het optimisme van Rustema: hij ziet een Kamerlid namelijk als een soort superwezen dat ‘van heel veel dingen de belangrijke politieke aspecten weet en ze in een groter geheel weet te plaatsen’. 150 van dat soort supermensen in een parlement levert inderdaad een superparlement op. Misschien ben ik iets pessimistischer – of noem het realistischer – maar zo werkt het natuurlijk niet. Wat zijn ‘belangrijke politieke aspecten’? Dat is niet objectief vast te stellen. Net zo lijkt het begrip ‘groter geheel’ me een wezenlijk betwistbaar begrip.

Maar laat ik niet flauw doen en het idee van Rustema eens als uitgangspunt voor een gedachte-experiment nemen. Startsituatie: na verkiezingen 150 frisse ongebonden Kamerleden. Eerste vraag is – ook volgens Rustema – wie de regering moet vormen. Bestuurders mogen solliciteren en het parlement beslist. Klinkt aardig. Maar wie stelt de voorwaarden op waar ministers aan moeten voldoen? Waarschijnlijk ook het parlement, dat ongetwijfeld met een behartenswaardige lijst met eisen komt die zo algemeen zijn dan iedereen er met wat wringen in te passen valt. Dan moet er gekozen worden, naar ik aanneem met een meerderheid. Dat betekent dat per persoon een meerderheid moet worden bereikt. Nog even los van de tijd die dat in beslag kan nemen zul je onvermijdelijk coalitievorming zien. Als je bij een groep van 76 hoort heb je namelijk 2 keer zoveel macht dan wanneer je bij een groep van 150 hoort. 76 mensen zullen gaan bepalen wie het kabinet vormt, en die zullen dat kabinet ook steunen als het aan de slag gaat. Zij kunnen door de andere 74 namelijk keihard onderuit gehaald worden als hun man of vrouw een brekebeentje blijkt.

Goed, allemaal achter de rug. Er zit een kabinet dat op een meerderheid in de kamer kan rekenen. Het lijkt me dat aan de veelheid van onderwerpen weinig is te veranderen, dus het gaat van kokkelvisserij naar jeugdzorg en van immigratie naar tolheffing. Binnen afzienbare tijd zoeken parlementariërs elkaar op, lijkt me. Als jij nou de kokkelvisserij voor mij doet, neem ik de jeugdzorg van je over. En dan vragen we X of hij zich in de nieuwe immigratiewet verdiept. Na verloop van tijd bestendigen die coalities zich, en zal er iets van een samenhangende visie opdoemen. Sociaal, liberaal, radicaal-individualistisch of nog onontdekte visies.

U begrijpt waar ik heen wil: partijvorming is inherent aan democratie. Dat is dan ook de centrale stelling die we vorige keer poneerden, en die wat ons betreft onweersproken is: in een consensusdemocratie zijn partijen onmisbaar. Of is het ontbreken van partijen ondenkbaar. Zolang we werken met een systeem waarin de meerderheid beslist, zullen mensen zich altijd groeperen om bij de meerderheid te kunnen horen, of om effectiever tegen de meerderheid in te kunnen gaan.

De ‘nieuwe ontwikkelingen’ zijn ook helemaal niet nieuw. Er zijn altijd groepen mensen geweest die op een andere manier de politiek of de staat wilden organiseren. Neem de anarchisten, de syndicalisten, de fascisten, de libertariërs: allen hadden en hebben vanuit een geheel eigen visie een afkeer van (bestaande) politieke partijen. Ook technologische ontwikkelingen kunnen bezwaarlijk als breekijzer worden aangevoerd: politieke partijen hebben de komst van de electriciteit, de telefoon, de auto, de radio, de televisie en nog veel meer makkelijk overleefd. Het idee dat de internetrevolutie een ommekeer in de democratische besluitvorming teweeg zou brengen is tegelijk met de rest van de internetbubble gebarsten.

De toekomst van politieke partijen hangt dus samen met die van de toekomst van de democratie. Alleen een andere manier van inrichten van het besluitvormingsproces betekent een andere rol voor politieke partijen. Mijn vermoeden is echter dat vrijwel elke andere inrichting eerder een stap van democratie af is, dan er naar toe. Misschien is het daarom zo moeilijk te aanvaarden: het blijft aanrommelen in een imperfect systeem met feilbare mensen.

Reacties (11)

#1 Erick

In deze redenering zit een fatale fout. Partijen, met al hun wetenschappelijke bureaus en kaderopleidingen, is niet hetzelfde als partijvorming. Natuurlijk klitten mensen bij elkaar en kunnen kamerleden niet alles van alles weten. Maar met onafhankelijke kamerleden kunnen zich wel gelegenheidscoalities vormen en is de verhouding tussen kamerleden niet hierarchisch.
Dat een democratie niet bestaat bij de gratie van partijen, blijkt al sinds de geboorte van de democratie in Griekenland. Politici toen behoorden niet tot georganiseerde partijen.
Het enige gevaar is dat onbekende, maar capabele mensen, die nu achter een lijsttrekker de Kamer inkomen, in een democratie gestoeld op massamedia het niet meer halen ten gunste van hoofden die veel op tv komen – totaan wellicht iemand als Albert Verlinde aan toe.
Dus politiek is net als voetbal. Elk voordeel hep zn nadeel.

  • Volgende discussie
#2 wout

Allemaal onzin. Wat we nodig hebben is een zogenaamde Volksbewegung. Met één leider aan het hoofd.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 pedro

@wout: “Ein land, Ein Volk, Ein Führer”. Ik denk dat jouw mening niet op erg veel steun kan rekenen. ook niet wanneer we kijken naar de landen, waar nu sterke mannen aan de macht zijn.

@erick: Imho heb je een erg optimistisch beeld van de democratie in het oude Griekenland. Je begint sowieso met de verkeerde veronderstelling, dat democratie de gangbare regeringsvorm in het oude Griekenland was, terwijl de democratie in die tijd slechts in enkele stadstaten voorkwam (Sparta is het bekendste voorbeeld van een oud Griekse staat, waar nooit sprake van democratie geweest is). In die democratie hadden alleen vrije, bemiddelde, Atheense mannen stemrecht. Vreemdelingen, slaven en armen hadden geen stemrecht. Alle andere mensen hadden wel stemrecht in de volksvergadering. Je vergelijking met de democratie in Athene gaat dus eigenlijk alleen op, wanneer we iedereen, die nu stemrecht heeft, gelijke toegang tot het wetgevende orgaan geven. Dan hebben we dus geen 150, maar miljoenen kamerleden. Dat is niet werkbaar. Er moet dus een vorm van representatieve democratie komen. Dat is onze vorm van democratie. Representatieve democratie veronderstelt, dat de kiesgerechtigden vertegenwoordigers kiezen. Die vertegenwoordigers moeten zich dus in de kijker spelen bij de kiezers. Zij zullen daarvoor de krachten bundelen, ook als je geen politieke partijen toe staat. Feitelijk zijn er dan dus al politieke partijen, ook als je ze niet zo noemt. Eenmaal gekozen hebben georganiseerde machtsblokken meer ruimte om te manoeuvreren dan eenlingen. De enige manier, waarop dat wellicht te voorkomen is, is wanneer je de democratie geheel van onder af organiseert. Het voert te ver om daar heel diep op in te gaan, maar als je daar in geïnteresseerd bent, moet je boeken van anarchistische of radencommunistische signatuur gaan lezen, die zich met die problematiek bezig houden.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Peter

Dat mensen zich altijd zullen organiseren, betwijfel ik niet. Maar waarom laten ze dat over aan anderen? Dat is wat in de huidige partijencultuur gebeurt.
Laat ik met iets absurds beginnen: natuurlijk is er het Binnenhof niet berekend op de komst van ruim 16 miljoen inwoners die daar besluiten gaan nemen. Maar is dat een reden het huidige systeem in tact te laten? Nee, dan verzin je wat anders.
Dat besluitvorming gedelegeerd zou moeten worden omdat niet elke burger over voldoende kennis bezit is ook geen absolute reden de verantwoordelijkheid af te staan. Ook kamerleden en ministers hebben onvoldoende kennis en doen dus een beroep op anderen. Dat kan elke burger ook.
Uit sommige onderzoeken zou blijken dat leken ineens veel rationelere en afgewogener besluiten nemen en oordelen vellen als ze in een verantwoordelijke positie zitten. Angst voor onderbuikbesluiten zou onterecht zijn.
Maar niemand durft het aan om die conclusies eens een poosje in praktijk te brengen, een enkele organisatie of bedrijf daar gelaten.
Wie er genoegen mee neemt verantwoordelijkheid en besluitvorming over te laten aan anderen zegt daar impliciet mee: ik ben te lui en/of te dom voor die klus en neemt zichzelf echt te weinig serieus.
Waarom zou het nou krankjorem zijn om de lottomachine elke vier jaar 150 burgerservicenummers te laten trekken uit het bestand van alle volwassen burgers? Dan mogen we allemaal een keer onze burgerplicht vervullen. Een plicht die onder andere in kan houden dat zo’n parlement zelf de regering samenstelt.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Mark

“Ook kamerleden en ministers hebben onvoldoende kennis”

Maar meer dan jij en ik betreffende een bepaald beleidsterrein.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 pedro

“Waarom zou het nou krankjorem zijn om de lottomachine elke vier jaar 150 burgerservicenummers te laten trekken uit het bestand van alle volwassen burgers?”

Ja, als je dat niet snapt, weet ik het ook niet meer. Moet ik 150 namen noemen van mensen, die jij en vrijwel niemand anders niet in het parlement zou willen zien? Zullen we morgen voor de grap eens 150 Ajax of Feyenoord hooligans tot parlementsleden benoemen, in de verwachting, dat zij als “leken ineens veel rationelere en afgewogener besluiten nemen en oordelen vellen als ze in een verantwoordelijke positie zitten”? En als ze er eenmaal zitten, hoe wil je dan voorkomen, dat deze 150 schapen zich plots niet meer als een groep gedragen? Een partij is immers niets anders dan een groep mensen, die zich zelf hebben georganiseerd. Maar ik ben er van overtuigd, dat jij dat wel zult accepteren, want mijn “Angst voor onderbuikbesluiten” is toch onterecht, of niet soms?

“Laat ik met iets absurds beginnen: natuurlijk is er het Binnenhof niet berekend op de komst van ruim 16 miljoen inwoners die daar besluiten gaan nemen. Maar is dat een reden het huidige systeem in tact te laten? Nee, dan verzin je wat anders”. Het huidige systeem is juist ingericht, omdat dat niet kan. Je gebruikt hier een heel vreemde cirkelredenatie: ´We hebben een systeem van politieke partijen, dat misschien niet geheel voldoet. Als we de partijen afschaffen, moeten 16 miljoen burgers over iedere beslissing hun stem geven. Dat is onmogelijk, dus moeten we iets anders dan de politieke partijen verzinnen´.

“Dat mensen zich altijd zullen organiseren, betwijfel ik niet. Maar waarom laten ze dat over aan anderen? Dat is wat in de huidige partijencultuur gebeurt”. Weer een heel vreemde redenatie: mensen, die zich ZELF organiseren, laten dat juist NIET aan anderen over. Je kunt lid worden van iedere partij en je daarbinnen met de gang van zaken bemoeien. Als je nergens geaccepteerd wordt of je nergens thuis voelt, kun je ZELF een nieuwe partij oprichten.

In de gehele wereld is ons politiek systeem een van de beste om mee te leven, imho. Natuurlijk is het voor verbetering vatbaar en iedere suggestie daartoe en ieder gedachte experiment daarover trekt altijd mijn aandacht. Maar jouw alternatief om 150 kamerleden te benomen op basis van een lottotrekking wijs ik meteen af.

“Wie er genoegen mee neemt verantwoordelijkheid en besluitvorming over te laten aan anderen zegt daar impliciet mee: ik ben te lui en/of te dom voor die klus en neemt zichzelf echt te weinig serieus”. Maar “Ook kamerleden en ministers hebben onvoldoende kennis en doen dus een beroep op anderen” zeg je zelf al. mensen, die er hun werk van hebben gemaakt, zijn er dus al te dom voor, maar wij in onze luie stoel thuis hebben er wel verstand van? Het is helemaal niet erg om toe te geven, dat je te dom bent om alle ins en outs van ingewikkelde beslissingen en alle gevolgen daarvan te kunnen overzien. Dat toe kunnen geven, getuigt juist van intelligentie. En iedereen mmag zich van mij ook op het argument ´te lui´ of ´geen zin´ beroepen. ik wordt zelf ook al doodziek van alle keuzes, die we tegenwoordig alleen al in ons persoonlijke leven gedwongen worden te maken (door de vele privatisaties van de laatste decennia moeten we nu bijvoorbeeld voor telefoon en electriciteit eigenlijk vele ingewikkelde aanbiedingen en nog ingewikkelder voorstellen doorwerken, om te zien welk contract in onze situatie het beste uitkomt, terwijl het ons ten opzichte van vroeger geen enkele besparing op heeft geleverd en de onderlinge verschillen tussen de aanbiedingen niet meer dan een paar centen bedragen). Bijna niemand zit te wachten op nog meer keuzemogelijkheden op onderwerpen, waar we zelf niet direct iets van merken (de keuze van de vakantie van volgend jaar, daar houd ik me bijvoorbeeld weer wel met veel plezier mee bezig, maar dat is dus een heel ander soort keuze).

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 Peter

@5 Think Tank: en wat vind je dan van het idee van het Burgerforum om een commissie van leken èn deskundigen het kabinet te laten samenstellen?

@pedro (#6): die lotto-constructie voorkomt juist dat er alleen maar hooligans in parlement of regering komen. Het huidige systeem lijkt dat eerder mogelijke te maken. Zelfs ervaren, geroutineeerde, “betrouwbare” partijen hebben de opkomst van een aantal holigans in de 2e kamer niet kunnen voorkomen. Toch?

Als van die 16 miljoen mensen, het kiesgerechtigde deel wel een afgevaardigde mag kiezen, waarom mogen ze dan vier jaar lang never nooit meer stemmen om hun afgevaardigde te helpen?
(tenzij ze zich in hun vrije tijd het leplazarus werken om voldoende handtekeningen te verzamelen).

Dat we een overload aan keuzes te verwerken krijgen ben ik met je eens. Ik hoop dat jij het mij met mij eens bent dat dit niet mag betekenen belangrijke keuzes uit de weg te gaan. Dat doe je ook niet, want waar nodig, maak je die keuzes in je eigen leven heus wel. Ik neem aan dat de meeste keuzes redelijk goed uitvallen.
Politiek gaat ook over ieders eigen leven. Om nu (idealistisch en naïef?) enige verbetering te krijgen in het verschijnsel dat mensen aan de zijlijn eerst aan zichzelf en pas veel later aan anderen denken, kwam ik op dit idee dat iedereen 1x in zijn/haar leven wordt vrijgesteld om niet alleen roepende maar ook daadwerkelijk de verantwoordelijkheden te nemen.
Het huidige partijenstelsel is niet zaligmakend, de opkomst van bewegingen evenmin en mijn idee ook niet. Maar om dan alleen vast te blijven houden aan een oud en vertrouwd stelsel is niet genoeg, vind ik.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Scientist of the Invisible

In deze redenering zit een fatale fout. Partijen, met al hun wetenschappelijke bureaus en kaderopleidingen, is niet hetzelfde als partijvorming. Natuurlijk klitten mensen bij elkaar en kunnen kamerleden niet alles van alles weten. Maar met onafhankelijke kamerleden kunnen zich wel gelegenheidscoalities vormen en is de verhouding tussen kamerleden niet hierarchisch.

De beste methode om dat voor elkaar te krijgen, lijkt me niet het opheffen van politieke partijen, maar verandering van het kiessysteem, waardoor parlementariërs onafhankelijker worden van de partij.
In het huidige systeem liften de meeste kamerleden mee op de stemmen voor de lijsttrekker en missen daarom een onafhankelijkheid.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 pedro

@Peter: “die lotto-constructie voorkomt juist dat er alleen maar hooligans in parlement of regering komen”. Nee, die lotto constructie maakt dat nu juist mogelijk. Ze is onwaarschijnlijk (kansberekening), maar niet onmogelijk. In de huidige (en soortgelijke) constructies kunnen 150 hooligans alleen in de 2e kamer komen, wanneer we die zelf kiezen. En als we zelf 150 hooligans zouden kiezen en er dus niet eens een kleien 100.000 stemmers zijn, die een niet-hooligan willen kiezen, verdienen we het om door hooligans bestuurd te worden. Daarnaast levert de lotto constructie natuurlijk geen afspiegeling van de bevolking op (die kans is bijna net zo klein als de kans dat 150 hooligans in de kamer terecht komen). Dat is iets, wat in de huidige constructie tenminste enigszins benaderd wordt.

Je 2e alinea is een pleidooi voor een versoepeling van het referendum. daar gaat deze discussie niet over (ik heb zelf jarenlang op verkiezingsdagen een poster achter de ramen gehangen met de tekst: ´En nu 4 jaar je bek houden´. Ik ben het met die constatering eens).

“het verschijnsel dat mensen aan de zijlijn eerst aan zichzelf en pas veel later aan anderen denken” geldt doorgaans ook voor politici. Dat is een van de belangrijkste redenen, dat er geregeld naar alternatieve mogelijkheden wordt gezocht om het politieke proces te verbeteren. Wanneer we 150 leden door middel van een lottotrekking benoemen, verergert dat alleen maar. Iedereen krijgt zo zijn ´15 minutes of fame´ en zal die tijd gebruiken om zo veel mogelijk eigen stokpaardjes te berijden. Bij de huidige structuur, waarbij je slechts via een partij verkozen kunt worden, is er in elk geval sprake van enige vorm van voorselectie.

“Het huidige partijenstelsel is niet zaligmakend, de opkomst van bewegingen evenmin”. Daar ben ik het volkomen mee eens. Ik laat me graag overtuigen door betere alternatieven en zal me daar dan ook altijd sterk voor maken (zoals ik altijd voorstander van referenda ben geweest en de huidige wetgeving op dat gebied bijvoorbeeld imho nog heel veel te wensen overlaat). Jouw voorstel vind ik echter veel slechter dan de huidige situatie. Zo lang er geen betere alternatieven zijn, is het vasthouden aan een oud en vertrouwd stelsel imho de enige goede keuze. Zonder enige voorafgaande studie of onderzoek, waaruit kan blijken, dat een alternatief mogelijk een verbetering is, een alternatief bij wijze van experiment toepassen, is uitermate gevaarlijk. Zo een experiment kan mislukken, met alle schadelijke gevolgen van dien, maar het is nog veel gevaarlijker, wanneer een ´experiment´ aangevoerd wordt als reden om wijzigingen door te voeren, omdat de huidige politiek niet voldoet. Dit soort redenaties heeft de zwartste bladzijden uit de Duitse geschiedenis tot nu toe veroorzaakt. Omdat de Weimar republiek niet voldeed, kon een besnorde mafkees alle macht naar zich toe trekken. Het feit of het idee, dat de huidige politieke situatie met het partijenstelsel niet geheel voldoet aan jouw, mijn of andermans verwachtingen, is dus niet voldoende reden om het huidige systeem dan maar af te schaffen. Bijschaven en verbeteren lijkt mij een betere weg.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#10 Peter

@pedro (#9): We hebben een akkoord bereikt!!! Ik ga met je mee: “Bijschaven en verbeteren lijkt mij een betere weg”.
Ik ben wel erg verdrietig geworden over een opmerking van je (“dit soort redenaties…”, etc.)die mijn ideeën in een historsich perspektief plaatsen waar ze ab-so-luut niet thuishoren. Maar goed, daarvoor ken jij mij niet genoeg, dus wat kan ik je kwalijk nemen?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#11 pedro

@Peter: Het was niet mijn bedoeling om jouw ideeën te vergelijken met ideeën uit het historisch perspectief. Excuus als dat zo over is gekomen.

Ik had wel het idee, dat je bijna vroeg om een experiment uit te gaan voeren, omdat er iets mis was en om te zien of zo een experiment ´het´ probleem op zou lossen. Ik wilde je slechts op het gevaar daarvan wijzen. Wellicht had ik ook andere voorbeelden moeten noemen. S.U. na 1917, Oekraïne 1918-1921, Barcelona 1936-1937, bijvoorbeeld, maar dat zijn allemaal experimenten, die niet vanuit een democratisch gekozen situatie voortvloeiden.

  • Vorige discussie