Datacenters eisen steeds groter deel van de elektriciteitsproductie

In Groningen bouwt Google weer een nieuw datacenter. De gemeente heeft een stop gezet op deze bedrijven. Maar de komst van dit kleinere gebouw stond al langer vast en mag daarom doorgaan. Het gaat om een investering van in totaal 600 miljoen euro en het moet 125 directe banen opleveren. Google verwacht in 2024 zijn datacenters en kantoren in Nederland te laten draaien op meer dan 90 procent koolstofvrije energie. Hoe dan ook leggen datacenters een steeds groter beslag op de elektriciteitsproductie. Ierland staat er vol mee. Dat leidt tot dringende vragen * over de verdeling van wat zo langzamerhand een schaars goed gaat worden. Vorig jaar onthulde het Ierse Centraal Bureau voor de Statistiek dat de 75 datacenters in 2022 bijna een vijfde van de elektriciteitsproductie van het land hadden verbruikt, het equivalent van wat alle stedelijke huishoudens in Ierland verbruiken. Dat is 30 procent meer dan in 2021. En in 2015 was het verbruik slechts 5 procent van de totale elektriciteitsproductie; oftewel een exorbitante toename van 400 procent in minder dan tien jaar. Ook het waterverbruik is enorm. Grote datacenters verbruiken evenveel energie en water als een kleine stad. De Ierse elektriciteitsmaatschappij heeft al een moratorium ingesteld voor datacenters in de regio Dublin. Maar elders zijn nog 30 datacenters gepland wat zou kunnen leiden tot een stijging van het verbruik door deze bedrijven meer dan een kwart van de gehele nationale elektriciteitsconsumptie. 'Door deze onstuimige groei niet af te remmen,' schrijft de Irish Times, 'geeft Ierland toe aan de multinationals die op zijn grondgebied zijn gevestigd, terwijl zijn elektriciteitsnetwerk onder druk staat en het land zijn klimaatverplichtingen niet nakomt.’ In reactie op dit artikel schrijft John McManus dat het aantal datacenters niet het grootste probleem vormt. We hebben gewoon meer elektriciteit nodig. ‘Ons probleem (ervan uitgaande dat je denkt dat we er een hebben) is niet wat we met onze elektriciteit doen. Het probleem is dat we er niet genoeg van produceren,’ stelt hij daarom. ‘Toen de Ierse economie de afgelopen decennia in hoog tempo groeide – gedreven door investeringen van techbedrijven, met name in datacenters – hebben we niet genoeg geïnvesteerd in elektriciteitsopwekking.’ Daar zijn volgens hem verschillende redenen voor, ‘maar het grootste probleem was dat we de stijgende vraag niet hebben zien aankomen en onze verouderde inventaris van conventionele energiecentrales niet hebben vernieuwd en vervangen.’ Daarmee bedoelt hij energiecentrales die fossiele brandstoffen verbranden. McManus spreekt over 'morele paniek'. Heeft Duitsland te veel autofabrieken? Nee, ze hebben de elektriciteitsproductie beter georganiseerd. ‘Voordat we onze fakkels en hooivorken tevoorschijn halen en naar het dichtstbijzijnde datacenter marcheren, is het misschien goed om te bedenken dat ze deel uitmaken van wat bekendstaat als de “industriële basis” van dit land,’ schrijft hij. Zoiets als Volkswagen en BMW in Duitsland dus. Terwijl met name de lokale overheid worstelt met de bouw van nieuwe datacenters worden in beleggerskringen de problemen vooral gezien als kansen. De energietransitie biedt volgens Janus Henderson 'kansen voor aanbieders van hernieuwbare energie, zoals de Canadese bedrijven Innergex en Boralex en het Britse SSE Renewables. Verder wijst de vermogensbeheerder op het Italiaanse Prysmian Group, dat met zijn hoogspanningskabels een cruciale rol speelt in de uitbreiding van het elektriciteitsnet om ook minder bevolkte gebieden te ondersteunen'. Ook producenten van vloeistofkoelingstechnologieën gaan een gouden tijd tegemoet. Weet waar u uw geld moet beleggen!   *Ik maak in dit artikel gebruik van de vertaling van een artikel uit het Franse Courier International door Sterre Kilsdonk voor 360 Magazine. Dat artikel is gebaseerd op twee artikelen uit de Irish Times, waar hier naar gelinkt wordt.

Closing Time | KennyHoopla

Als je dit nummer hoort, zou je toch niet denken dat het gezongen wordt door een twintiger uit Ohio. De 26-jarige Kenneth La’ron heeft dat Britse postpunk/new wave geluid volledig onder de knie.

Alsof je ergens in de jaren ’80 in een garage in Manchester staat te springen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Jan Brünemann (cc)

Voor NSC is de kersenpluk al begonnen

OPINIE - Sommige mensen vinden dat iemand de vrijheid moet hebben om ook formeel zelf te kiezen voor het gender dat past bij hun eigen identiteit. (Ik hoor bij deze groep). Andere mensen vinden dit een slecht idee, en hun bezwaren zijn meestal gegrond in bepaalde conservatieve (religieuze) of kleinburgerlijke overtuigingen (‘waarom kan niet iedereen gewoon normaal doen’). Iedereen heeft recht op een mening en dat respecteer ik. Ook mijn overtuigingen komen voort uit mijn achtergrond, opvoeding en persoonlijke ervaringen.  Wat ik niet respecteer is wanneer mensen selectief wetenschappelijke feiten inzetten om hun morele standpunt te rechtvaardigen, terwijl hun standpunt al duidelijk is bepaald op grond van hun persoonlijke waarden en niet is gevormd door het wetenschappelijke onderzoek op zich. Ik heb er dus helemaal geen problemen mee dat mensen een mening hebben gebaseerd op hun persoonlijke overtuigingen, ik heb er een probleem mee als je daar vervolgens de wetenschap voor misbruikt door het ‘kersenplukken’ van de feiten die jou het beste uitkomen. Dat laatste doet Nicolien van Vroonhoven in een opiniestuk in de Volkskrant. Een gastbijdrage van Jelle van Dijk.

Context doet er toe, dus een beetje context: Vroonhoven was actief in het CDA en is naast NSC kamerlid ook een katholieke moeder van vijf kinderen. Ze verhuisde naar Australie omdat haar man daar een baan kreeg en schreef daarover een blog, waarin ze zeer lovend spreekt over de Australische school van haar kinderen. Daar kregen jongens en meisjes namelijk apart onderwijs. Een citaat: “Als ik ’s morgens de jongens een kusje heb gegeven en dan oversteek naar het gebouw van ons meisje, dan ruikt het daar zoeter. Er staat geen tafeltennistafel in het atrium, maar een piano. Meisjes stoeien niet door de gangen, ze giebelen.”

Foto: Andrew Gustar (cc)

Hebben nationale parlementen invloed op het EU-wetgevingsproces? De casus van de natuurherstelwet

COLUMN - van Rik de Ruiter

Het standaardantwoord van veel politicologen op de vraag in de titel was lange tijd: ‘nee’. Echter, tijden lijken te zijn veranderd, met meer politiek gevoelige onderwerpen die worden behandeld in een EU-context en daardoor meer betrokken volksvertegenwoordigers in de lidstaten. De manier waarop de Nederlandse Tweede Kamer de regering heeft geïnstrueerd tijdens de EU-onderhandelingen over de natuurherstelwet is hier een illustratie van.

Er zijn verschillende redenen voor waarom leden van nationale parlementen geen invloed zouden hebben uitgeoefend op EU-wetgevingsprocessen in het recente verleden. Ten eerste, EU wetgeving is vaak technisch van aard en raakt niet aan onderwerpen waar het hart van de gemiddelde kiezer sneller van gaat kloppen. Ten tweede, leden van nationale parlementen staan op afstand van het EU wetgevingsproces.

Een voorstel van de Europese Commissie voor nieuwe EU wetgeving wordt doorgestuurd naar het Europees Parlement (EP), de Raad van Ministers en nationale parlementen. Het EP en de Raad van Ministers gaan direct aan de slag met het bestuderen van het voorstel en zijn betrokken bij de informele onderhandelingen in trilogen. Deze ‘achter-gesloten-deuren’ onderhandelingen zijn slechts goed te volgen voor EU insiders. Op het moment dat leden van nationale parlementen een mening hebben gevormd over een wetsvoorstel dat de belangen van het eigen electoraat raakt, is het vaak te laat om nog invloed uit te oefenen.

Foto: cdnh (cc)

‘Licht is het beste medicijn tegen de donkere achterkamertjes’

COLUMN - Een groot deel van het archief van de Bijlmerramp van 1992 is onnodig lang geheim gehouden zegt het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (Acoi). De ramp met het Israëlische vrachtvliegtuig dat op 4 oktober 1992 in de Bijlmer neerstortte kostte 43 mensen het leven. Tot op de dag van vandaag bestaan er bij nabestaanden vele onzekerheden. Volgens het Acoi draagt de openbaarheidsbeperking op het archief van de Raad voor de Luchtvaart tot 2068 bij aan de geheimzinnigheid en de beeldvorming. Het vertrouwen in de overheid wordt daardoor geschaad.  Openbaarmaking van het grootste deel van het archief maakt het mogelijk dat mensen het handelen van de betrokken autoriteiten zelf kunnen beoordelen. Niet alle vragen zullen beantwoord kunnen worden, staat in het rapport Geen afgesloten hoofdstuk van het Adviescollege. Op voorhand dempt het rapport verwachtingen omtrent nieuwe informatie, bijvoorbeeld over de lading van het vliegtuig. Maar openbaarheid kan bij de nabestaanden de nog altijd sluimerende onrust wegnemen, volgens het Acoi. ‘Licht is het beste medicijn tegen de donkere achterkamertjes.’

De aanpak van de ramp door de overheid is niet vlekkeloos verlopen, weten we uit eerdere pogingen meer duidelijkheid te krijgen over oorzaak en gevolg van de ramp. ‘Er was weinig aandacht voor de menselijke kant van de ramp, die was vooral gericht op het technische aspect.’ ‘Dit heeft bijgedragen aan de mystificatie van de ramp en een groeiend wantrouwen over het overheidsoptreden. Met name PvdA-Kamerlid Rob van Gijzel heeft zich na de ramp in de materie vastgebeten. In 2018 zei hij naar aanleiding van een onderzoek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid: ‘Veel betrokkenen van de Bijlmerramp hebben die gebeurtenis nog steeds niet verwerkt (…). En dat komt (…) uiteindelijk niet door het ongeval zelf, maar door hoe de overheid is omgegaan met de mensen in de Bijlmer. (…) Met louter technisch onderzoek neemt het wantrouwen van de slachtoffers (…) meestal juist toe.’ Het is een leerpunt voor de overheid dat niet alleen geldt voor deze ramp.

Foto: Bas Bogers (cc)

Minder Minder PVV

COLUMN, OPINIE - “Ik zal niets nalaten om te voorkomen dat Wilders aan de macht komt”. Aldus Timmermans op zijn partijcongres afgelopen zaterdag.

Dat Wilders die uitspraak interpreteert als een oproep tot geweld, zegt vooral iets over zijn eigen verrotte manier van denken. Zoals de waard is vertrouwt-ie zijn gasten.

Een normaal mens  begrijpt dat binnen de context waarin de uitspraak gedaan is, namelijk een politieke, democratische bijeenkomst en dat Timmermans bedoelt dat hij alle politíeke middelen zal gebruiken om te voorkomen dat Wilders aan de macht komt. Hij heeft zich tot voor kort zelfs redelijk afzijdig gehouden van die hele formatie – totdat hij een deadline stelde waarbinnen de formerende partijen eruit moeten komen. Wat heel logisch is, gezien het eindeloze ge-emmer van die vier, die ondertussen zeiken dat het demissionaire kabinet doorregeert. Ja wat wil je dan, dat we het hele land platleggen terwijl jullie elkaar de tent uitvechten?

Wat me ook ergert, is de reactie van het Wilders-voetvolk op zijn belachelijke oproep om aangifte tegen Timmermans te doen. Koekje van eigen deeg – een antwoord op een soortgelijke oproep van Timmermans na de “minder-minder Marokkanen”-uitspraak van Wilders. Want dát kun je niet anders interpreteren dan dat hij de Marokkanenpopulatie wil decimeren, al zegt-ie er niet bij hoe – dat mag je zelf bedenken.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Closing Time | Bécane

De Frans-Kameroense zanger Yamê (Emmanuel Sow) leerde voorliefde voor muziek van zijn vader, M’backé Ngoup’Emanty. Hij brak door met bovenstaande vertolking van zijn lied Bécane.

Zijn twee missende voortanden komen door een val van de tweede verdieping van toen hij een kind was. Omdat hij nog duimde groeiden de tanden volgens eigen zeggen nooit door.

Volgende